PERM
De wereld
en een vleugel water
geluiden kloppen aan mijn schouderblad
boven mijn ogen haar dat vlamvat
ik heb de tijd, een zouten hand
heeft
met een ruk de horizon geopend
tot aan mijn voeten ligt het lange zand
met ruggen zee. het lopen
van mijn knieën plant
zich
voort in vloeibaar licht,
reflexen gonzen, ik ben nog niemand
en glinster van geboortevocht.
|
|
DEVONSHIRE
Wit schuim
langer en langer, de wolken
vormen de ruimte, bewijzen het blauw
met hun rustig vuur
hun verheven water
de bewusteloosheid van hun lippen,
in de verte,
een engelse helling met gebogen
nek, de armen verborgen, het hoofd vol bomen,
o de dramatische stilte in de vorm van een oor
een diepte waarin het luisteren pijn doet
en knapt
bloed ruist er zichtbaar doorheen
met de ogen
open dit:
de vruchtbaarheid wordt een vrouw
van vliegend en rustend steen,
van lucht, het uur in haar schoot
ruimteloos van ruimte,
onsterfelijk van sterfelijkheid
wit van het luisteren.
|