ONPERSOONLIJK
AFSCHEID VAN G.A.
Hij stierf
in zijn auto. hij verdween.
het zal hem niet verwonderd hebben
zich ineens weg te voelen ebben
in het glas en plastic om hem heen,
tegen
de binnenwand van zijn gezicht
lazen nog zijn innerlijke ogen
dat men hem hier gebogen
vinden zou in zijn volmaakt gedicht.
hij kende
dit, maar voor het eerst sloot
het woord dat hij moest noemen
in dit ondragelijke zoemen
volkomen op de dood,
|
|
zo was het
dus. hij voelde zijn lichaam
ontspannen. de stroom viel uit.
zijn oog zijn haar zijn opperhuid
elke cel was zonder naam.
de regel
die hier volgt staat
voor het feit dat men hem uit de auto
droeg, aflegde en vergat zoals
dat bij ieder gaat.
maar ergens
op een weg rijdt
in de vorm van staal, en tweedehands
een allengs meer aftands
stuk van de eeuwigheid.
|