Peter Berger       Gedichten: Perm


       Perm: Inhoud

 

DEVOON

I

Mijn wereld is langzamerhand
vergankelijk geworden, open
voor doodgaan.
de bewoners lopen
onder voortreffelijke wolken
over een land
dat bij elke voetstap concreter is.

blad voor blad groeit de boom
verder, water springt vol
vissen en golven, en
de lucht is hol sinds vogels bestaan,
gevederde sterfelijkheid in de voorlopig opgestoken wind. de werkelijkheid
duurt zolang dit beweegt,
leven bestaat niet, tijd evenmin,
tegen beter weten in groeien de stenen
in de stad, ogenblik verplaatst
zich in ogenblik, alleen de zon
blijft dezelfde zon
of plant zich tenminste schokkend voort
ver boven ons hoofd zonder ogen
ver boven onze mond zonder tong
en niemand heeft er van gehoord.

toch is er al zoveel
vuur voor de bloedstroom, aarde
voor de ademhaling, steen
om de ogen te zalven, gras en onkruid
om de gedachten te voeden en alle
eenvoudige elementen
om door heen te vallen,

maar om te weten wie men is
blijft dit te weinig, dat atoom
meer dat men geen boom
wordt, of lucht, of vis,

en ieder kan elke rivier
om zijn vinger winden, of iets anders:
van hitte veranderen in kou
zonder moeite.
maar terug in zijn lichaam
binnen zichzelf, is hij de grens
van zichzelf, heeft hij geen stem
voor de werkelijkheid,
kan hij niet verder praten dan mens
en wie weet dat van hem.

 

II

Ik weet allang niet meer
wie ik ben, tot waar gekomen,
de wolken slapeloos zetten
zich tot ver in mijn hoofd voort,
soms nog bezeert
een gedachte van mij zich aan de lucht
maar ook dat wordt nauwelijks woord
en net zo goed zou ik het vogel
kunnen noemen, ik zeg maar iets,

want vogels zijn uitersten
van het zichtbare,
plotseling in de lucht tot leven gekomen,
zijn de onzekere vliegende monden
van een boom,

zo zijn de vogels soms ook zaad
ritselend uit de atmosfeer
gevallen, dove vlekken
van oneindigheid, van vuur, van niets meer.

ze vertederen me niet, ze maken
me zoals tenslotte alles, koud van liefde.
liefde is zoiets als innerlijke wind
liefde spiegelt de verte,
is duizeling, is niet aan te raken,

vandaar dat ik praat.

 

III

Verder gaan of weer terug
herkenbaar en heelhuids
alles vinden, verplaatst misschien,
wat verstreken
iets harder of zachter geworden

met de zon in mijn rug
zou ik mijn einde voorspellen
zonder te weten wat ik beteken,
ik zou mezelf op slag zijn vergeten
zonder met mijn nieuwe ogen
te hebben gezien.

nu weet ik bijvoorbeeld
dat dood dood is. geen
woord zelfs, of een beeld
van angst.

dood is: zonder gezicht,
totale aanwezigheid, steen
de duizenden ogen
naar binnen gericht,
is: allang zijn die men is,
geeneen.