Zondeval
M'n zoon werkt
zich op het ogenblik door de laatste resten van de baby-staat
heen, en is zich bewust van zijn stoutmoedigheid ijverig bezig
in te breken in de volgende fase van zijn leven, het kleine jongetje
zijn. Dat gaat gepaard met veel aanstellerige dansjes, op en af
stoelen klimmen, aanhankelijkheid simuleren en gemaakte frommelbekjes
en eerste oefeningen in de kunst van het vliegen. De eerste grote
teleurstelling van zijn leven is dus al aanstaande. De ontdekking
dat na het kruipen en lopen niet het vliegen volgt, en ik hoop
maar dat hij het goed verwerkt anders wordt hij later nog ruimtevaarder
of dichter.
Maar in ieder geval, hij heeft zijn publiek nu ontdekt, en dat
betekent dat hij na de zoete aarzeling van de eerste achttien
maanden echt ernst gaat maken met het menszijn. Het uitslovertje.
En dat betekent ook, dat er enkele van zijn speelgoederen ververst
moesten worden, en dat ben ik gisteren maar wezen doen, in een
van de speelgoedpaleizen hier uit de buurt. Mét hem, want zijn
grillige hekel aan al dat mooie, evenwichtige, sterke en pedagogisch
hyperverantwoorde speelgoed en zijn diepe liefde voor een kapotte
wekker en een oud, vervuild telefoontoestel waar de edele delen
uit gesloopt zijn en dat boe noch bah meer kan zeggen hebben mij
wel geleerd dat hij het zelf maar moet zien.
De speelgoedwinkel
was een duistere, opwindende lokaliteit van vloer tot nok volgestouwd
met prachtig pornospeelgoed. Een batliedenpak hing plat en onbewoond
aan een knaapje. Op rekken tweedekkers, straaljagers, tanks,
racewagens en munitiewagons, en wapens. Een schat van wapens.
Van de cylinderrevolver voor het gewone hands-upje-spelen tot
gecompliceerde
|
|
.
zilver glimmende
plastic fantasiepistolen met vizier, infrarode lamp en laser, om
in de verre toekomst homoïden en Marsmannetjes een straal door de
maag te blazen. Ik trok even aan de trekker, en een onheilspellend
kuchje verliet de loop.
Er hing spanning en avontuur in de winkel.
Pro forma paste ik mijn zoon een plastic helm met vizier op, maar
hij kon de pluim van kippeveren niet waarmaken. We verlieten het
agressieve winkeltje dus maar. Hij is er nog niet aan toe om aan
blik in pistool vorm dat dappere gevoel te onttrekken. Dat komt
nog.
De volgende
winkel was veel liever. De rekken waren met bromtollen en muziekdozen
en pluizerige diertjes besneeuwd, en fragiele droomtreinen stonden
gereed om door de kinderhand vernietigd te worden. Toen we na
het moordhol van daarnet dit lieve knuffelparadijs betraden, dacht
ik, hier woont een zachte natuur. En ik liet mijn zoontje neer
in de droom van pluizen, linten en vlinders. Maar toen hij een
hobbelpaard vluchtig had geaaid, en op een grote bromtol afbolderde,
werd ik de juffrouw gewaar. Een ijsberg in dat vrolijke schuim
van speelgoed. Op elk voorwerp waar hij even liefde voor opvatte
zond zij een blik van bevriezing af. De poppen, de tollen, de
fluiten stierven onder haar blik. Ik begreep het. Hij mocht niet.
En ik nam mijn zoon op, en de verwelkte bromtol om daarmee mijn
schuld af te kopen en vluchtte.
Had u anders nog iets vergeten, hoorde ik haar zeggen, toen ze
de deur achter ons dichtsloeg.
Ja, dacht ik onoverzichtelijk. Maar ik was vergeten, wat ik vergeten
was. Was het het paradijs misschien?
|