Peter Berger       allemense - stukjes van Peter Berger


                                                                                                  Peter Berger         

 

            

Inhoud
Blijdschap
Vervoer
Afscheid
Schoolreisje
De jongetjes
Bloemen
School
Klandestiene vissers
Idylle
Ochtend
Concurrentie
Fuifje
Groetplicht
Park
Liefde
Begin mei
Friemel
Siene
Groningen

Broodje met
Zomer
Liselotte
Doornroosje

Seizoenwerk
Pasen
Feestdag
Bezuidenhout
Regen
Intocht
En 't is zover
Winter
Horror
Horror Vacui
Kijkduin
Julia
Jeroen
War-game
Horror
Herinnering
Kunstmin
Dichter
Van Geel
Cor
Boekenbal
Reisjes
Roye
Parijs

Vreemden
De dichter
Kermis
Iers reisje
Rif Raf Romani
Timoleague
Meisje
Feestavond
Terug
Kinderen
Zondeval
Ziek
Mannen
Men only
Ziek
Speelgoed
Silent spring
Voorwaarts
Mannetje
Vissen
Kleuterschool
Vliegen
Feest
Dieren

 

Wat zou ik hier eigenlijk een inleiding bij schrijven, bij deze bundel met stukjes? Wat kan ik er bij vertellen dat de lezer ook niet zelf kan bedenken? Niets toch immers. Welbeschouwd getuigen inleidingen en voorwoorden van een overleefde negentiende-eeuwse mentaliteit, en daar kan je niet meer mee aan komen, vandaag de dag.
Zelfs niet in deze stad, in Den Haag. Want ook wij gaan mee met de tijd. En wel zo buitengewoon langzaam, dat we de tijd eigenlijk nog steeds een slag voor zijn. Toen de Jugendstil in was, zaten wij in de residentie al bij de jaren dertig van Bonnie en Clyde. En toen de dertigerjaren landelijk in waren, beleefden wij de lompe hakkenmode van de jaren veertig al. En op het moment ademen wij met volle teugen de jaren negenenzestig. Wij zijn hier zo hypermodern dat alles hier antiquarisch is.
Het maakt het leven duur, maar opwindend.

Dat ik hier dan toch een paar woorden ter inleiding schrijf, is eigenlijk niet voor de lezer, maar voor mezelf.
Ik moet eerlijk bekennen, dat ik me hier een beetje bloot

voel. Niet echt bedoel ik, kippevel met wat verf er op, doch symbolisch. Maar dat is voor mij, calvinist als ik ben, evenzogoed wel even wennen. Het is natuurlijk gewoon het vak. Maar toch.
Een stukje, een cursiefje is eigenlijk de plaats waar de krant ophoudt een meneer te zijn. Het grootste deel van de krant is gedempt met nieuws en overwogen commentaren. De commentaren van een heer die niet nijdig is, maar bezorgd, die niet vloekt maar hooguit "het is betreurens-
waardig" mompelt. Maar in een hoekje aan de kant mag
iemand af en toe gewoon eens verdomme zeggen, of hoera roepen. Het slaat soms nergens op. Maar het lucht op.

Aan elk vest ontbreekt wel eens een knoop. Een cursiefje is zo'n knoop. En in dit geval sta ik daar achter te kijk. In mijn menselijk négligé. Maar bedenk: u had er ook achter kunnen zitten. En stelt u dat niet tevreden: mij wel een beetje.