13
Het is
geen ouderdom, maar onverschilligheid
voor het lichaam, dus het begin.
en toch,
wat kunnen wij veel
als wij, duizend weerkaatsende bloedverwanten
van middelbare leeftijd staan in de duizendvoudig weerkaatsende
spiegels van ons veertigste jaar.
probeer
het, dan merk je
hoe krachtig nog de arm in de schouderholte past,
de hand met een eensklapse denkbeeldige roeispaan of een zwemslag
schittert in licht,
de hand, hoe die magnifiek nog
kan zwaaien op een pezig gewricht,
in een
ondankbaar, sterk gebaar,
maar haveloos al, niet voor liefde,
het gebaar
van een koopman van leven
die het licht weegt in de markt van de morgen
als de geldstukken schraal
tikken op de klaterende badkamervloer,
dat kristallen
boksen
in de ochtend
van weerbare mannen
die nog zoveel te doen hebben,
van hun vrouwen kinderen houden
maar weten dat ze verliezen.
ze vinden geen overmoed in hun lichaam.
ze vinden geen liefde genoeg in hun hardstenen huis.