11
Heb je
lief in een spiegel van ijzer
onder een grommende wolk
in een huis van zuchtende deuren,
's ochtends
als ik de trap afdaal
met een spiegel en een spijker
in beide handen,
's middags
als ik de ramen
met wolken en ijzeren druppels
bespijker,
's avonds,
als ik alle deuren
toeschroef
en zo
ook de volgende dag
en de dagen daarna
en kinderen
en kindskinderen
steeds verder ontstijgen
aan het steeds verder
wegwentelend huis.
|
|
12
Mijn spieren
zijn niet langer verliefd
op hun eigen kundig bewegen,
eigenlijk allang niet meer,
maar plotseling is alles gemis,
niet van iets dat ver is en lief,
of van een geliefde, - maar gewoon:
gemis van zichzelf.
dan is de schrale leeftijd begonnen.
|