4
De lijnen
waaraan je ontspringt -
ik zie je warm, maar voel je glas
dat zich door mijn vingers
aan mij opdringt.
en hoe
meer
vergelijkingen, hoe meer
ben je naakt
daaronder, en alleen.
zo nodeloos
veel verliefdheid
maak je in me
dat het er oud van wordt,
je lichaam niet raakt.
|
|

5
Je bent lief,
en je onhandigheid
maakt je jong en broos.
o kon ik je maar, maar liefde
maakt innerlijk radeloos.
je gebaren
in mijn ogen vergaan,
door zacht geweld
bewogen hel je voorover
in de ruimte.
liefde doe
ik je nog
met al mijn woorden, met
alles van gevoel. maar wat moet ik -
zachtheid? gezichtsbedrog?
|