Peter Berger       Simon Peter Berger - S.P.Berger - P.Berger


       Home          Over Peter Berger         Gedichten           Peter Berger over literatuur         Peter Berger over beeldende kunst



          Kentering 1963-1977

Vanaf 1963 was Peter samen met Otto Dijk, Wim Hazeu en Harry Scholten redacteur van het tijdschrift Kentering, waaraan hij literair-kritische essays bijdroeg. Het tijdschrift zocht in die tijd naar een literaire positionering ten opzichte van het Vlaams en Nederlands avant-garde tijdschrift Gard Sivik dat zich profileerde met de slogan 'Een nieuwe datum in de poëzie'. In een reactie van Kentering op deze slogan schreef Berger: 'Door een systematisch en weinig scrupuleuze beïnvloeding van de publieke opinie zijn deze schrijvers er aardig in geslaagd het critisch vermogen te ondermijnen. De nieuwe poëzie is zojuist begonnen. Het lijkt ons echter hoog tijd om het hardop te zeggen: zij heeft niets om het lijf.' Zijn essay De jaren zestig in de literatuur in het laatste nummer (1977) van Kentering was zijn meest opvallende >>>>.

Het Vaderland 1966-1972

Peter Berger was van 1966-1972 kunstredacteur bij het Haagse avondblad Het Vaderland. Hoofdredacteur kunsten was Pierre Dubois met wie Berger een grote literaire verbondenheid voelde en die hij zijn verdere leven lang beschouwde als zijn geestelijke vader. In die jaren schreef hij onder meer zijn befaamde cursiefjes die gebundeld zijn onder de titel Allemense (1969) >>>>.

In 1972 kwam er een eind aan het zelfstandig bestaan van Het Vaderland als avondblad. De krant ging redactioneel samenwerken met het Algemeen Dagblad en werd daarmee ochtendblad. Berger zei de redactie vaarwel, maar bleef er wel aan verbonden als recensent voor beeldende kunst. In 1972 en 1973 was hij

eindredacteur van het NOS-programma Uit de Kunst. In 1973 werd hij hoofd Letteren, Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk (CRM). Tot aan zijn dood is hij bij het ministerie (toen WVC) in dienst geweest. Ondertussen bleef hij criticus voor Het Vaderland. In de allerlaatste editie van Het Vaderland, die verscheen op 14 augustus 1982, schreef Peter Berger een stuk Het thema Afscheid >>>>.

Gedichten

Berger debuteerde met poëzie in zijn bundel Deze voorlopige naam (1962), waarvoor hij de Anne Frankprijs kreeg. Daarna publiceerde Berger de dichtbundels Perm (1965), Liever het aardse (1968), erotische gedichtjes voor een NVSH-uitgave, Op tegenspraak (1968) en De twee seizoenen van liefde (1976).

Essays, bloemlezingen, monografieën

In 1964 stelde Peter Berger de bloemlezing Paradox (1964) samen waarin hij een profiel schetste van de dichters van Zestig. In 1969 verzorgde hij samen met Pierre H. Dubois onder de titel Nagelaten werk een selectie uit de nalatenschap van Hans Lodeizen. Hij schreef de tekst voor Het atelier van Kees Verwey (1976), Karel Appel (1977) , Piet Ouborg: van hobbyist tot gewijde (1979), en Tekeningen en aquarellen (van Ed Valk, 1985). Zijn essays zijn in verschillende literaire tijdschriften te vinden, een aantal van zijn gedichten zijn opgenomen in bloemlezingen van moderne poëzie en verschenen in dagbladen en tijdschriften.