WAT IK
DEED
Wat ik
deed, wat ik heb geschreven,
een taal van leegte is er voor
wat leven
moet en beweegt,
maar
af en toe halverwege
blikkerde een vis in
een letter, kwam regen,
eindigde een vogel in een zin
droeg
ik denkbare vleugels
van sneeuw op mijn schouder
brak het water
uit de grond naar mijn haar
werden
dorpen
in mijn bewusteloosheid wakker
geboortes voorvoelde ik
in vliezen van tijd
steden
proevend
met hun smaak van ochtend
een liefde open en zilver
|
|
en een auto
een eerste tram
gestameld in vloeibare straten
een voorhoofd glad en meegevend
een stem,
diezelfde
vogels weer
met een geur van vocht
en van droogte, gehurkt
in duidelijke bomen
kortstondig.
de betekenis
van dit alles te vluchtig
om te bestaan, het intiemste
is altijd weerlegbaar
is een reden
om altijd opnieuw
te leven opnieuw te sterven
onverklaarbaar snel
zonder verdriet
of vreugde
met een gewoon en sterfelijk lichaam
een zwarte tong in de mond
het oor aan de bulkende ruimte.
|