Schilderij
Een enkele
sponning,
los kozijn, de vrouw kijkt verwilderd
uit haar exact geschilderd
oog.
Naast haar waait het gordijn.
De postbode
vlucht met een tas
vol dode klokken
stilte van grote rokken,
provincieweg
tot in der eeuwigheid.
Maar
in de laatste minuut
zakt een engel
aan een parachute
uit de lucht
|
|
Leyweg
Soms, niet
vaak
is alles open als vroeger
en nu is het sterker,
het is in de buitenlucht, natuurlijk
en de lucht is ruw
geschuurd met schuurpapier,
de straten woelen met hun lange
kromme armen achter de huizen,
als er wind is, is het hier vochtig als een mondholte,
is er geen wind, dan is het glashelder
en staan sprieten gras tussen het vuil
met weerzinwekkende scherpte in de aarde.
aarde? ja, dat is aarde, onder de nagels geboren,
zo korrelig dat je niet weet
of het dichtbij of veraf is,
de lucht staat strak en doet pijn in de oren
en altijd gaat het verder zo:
een paar
jongens plakken met elastieke
handen een bal in de bomen
en vangen hem plotseling op uit het niets,
ze spelen zonder te schreeuwen
in de verte. het is goed zo, er is geen verlangen.
Zo was het ook in mijn jeugd.
dezelfde lucht met vlekken schemer,
de huizen met ingehouden licht,
smaak van wind en kapot gras
vuur dat smeult aan de slootrand
de aarde gebutst en een dood dier,
maar ik proef niets en ben gelukkig
op een zonderlinge manier
of ik het koud heb.
|