Kryptiek van de herfst
1
Jeugd en de geest van doodgeboren
bomen. Herfst, die nooit eindigende
koehoren achter de zandvlakte.
Liefde niet concreter dan een huis
van hoofdpijn, dan de vele overwinterende
vogels, de netvliezen pijnigend.
En ook de wekere vliezen, die onzichtbare gedachten vermengd
met werkelijke luchtlagen
geurend naar bovenzinnelijk sadisme
en terreur van kindervingers.
De binnenste lippen verkreukeld,
dagenlang het meest romige ondergoed
lichte overvloed
van prikkelend versplinterd linnen.
Vóór in de miniem aanbrekende winter -
en kan het verder, kan het voor de blinde,
aanstonds bevriezende,
voor de een schijf van de zomer snijdende,
kan het voor de uit alle seizoenen bloedende,
kan het voor de daarop volgende en volgende
verstrikt in een wellustige metafoor
vol zeewater, zeewater en het schuim
van een krankzinnige luxe?