Peter Berger       Gedichten: Op tegenspraak


       Op tegenspraak: Inhoud

 

Debielen

In zichzelf alleen
zijn deze bleke vellen,
blijven de weke beenderen been
worden de vingers samen geen hand.
geen menselijk woord kan er bij,
het hoort er niet thuis.
stukken willekeurig textiel
uit de andere wereld
vliegen met vale vleugelslagen
om dat niet denkende
nadenkende eeuwige vlees.

 

 

 

 

Avereest

Nu weet ik pas hoe je leefde
binnen het rasterwerk van het gesticht
en hoe zo'n recreatiezaal, snel omgedicht
tot weet ik welk paradijs, beeft

van de schizofrenen, melkbleke
theedrinkende zonderlingen
die zich heilig van doodzonden
toonloos de hemel inzingen.

En jij die daar eens was,
zag jij door die onbewuste
tuinen nog de engel met de sleutel
terwijl de wateren reeds je lippen kusten?

en welk verlies is het dat geneest
van dat verboden park,
de zalig aangeharkte
eeuwige zondag van Avereest?