Scheveningen
Het weke
buikvel van zeewater deint
tussen de bekkens van de waterhoofden,
stank
van visafslag. de semafoor
beweegt zijn insecteleden, seint
naar zijn vogels, krabt
in de lucht met een verschrikkelijk oor.
het licht
dat onder licht bezwijkt,
zeeschuim valt meeuwvormig
omhoog. een boot scharrelt schuins weg
in de gleuf van de horizon.
een speldeknop het oog.
|
|
Veluwe
De invisable
man ligt godgroot
uiteen, leegte
boven de bossen, het verbandgaas
beweegt in dunne slieren
door het
spiegelbeeldige van de dood.
verre zandverstuivingen
en ruggelings de dieren
des velds zoals de adder en de haas,
zij zijn
het laatste waargenomen.
het gehoor ploft reeds
geluidloos in de seconde ervoor,
de windstille ogen stromen.
|