Peter Berger       Gedichten - Deze voorlopige naam


       Deze voorlopige naam: Inhoud                                                              

 

DE ZIEKTE

O hoe chirurgisch het licht
en het oogwit van wie mij aanziet
en de stemmen knipperen dor
als de nerf van de dood in mij
wanneer ik mij buk of mijn vingers
beweeg,
of agressief en koud en ook afzijdig
zijn de stemmen als het gelik
van electriciteit,
een van tweeën altijd,
en nu hoor ik het pas goed,
o het korte geklik
van liefde
en het zilverpapieren gekreukel
van het zogenaamd bloed,

nu ik tenminste de drempel loslaat
en de eerste schreden probeer
onder het licht holgeslepen
over de verchroomde scharnier
van de straat;

nog steeds is er niets gebeurd
mijn hart is het tederste instrument
dat ik heb, een vonk met een deur,
een angst die eerbiedig knielt
in mijn keel,
mijn eerste zintuig van binnen,
mijn eerste eigendom
in een nog uiterst lichaamsdeel
van de vrouw die mij baarde
nadat zij mij maanden maanden
als een vliegwiel droeg
in haar borsten,

 

 

 

 

 

 

soms als een langzaam slaande
klepel in haar dijen,

zij liep en droeg mij als brood,
en als een vis verlegde
ze mij van haar schoot
naar het licht.

nu dan beheer ik mij en doe
met mijn ledematen
de eerste bewegingen van het kind na,
maar ik voel het roest
genadeloos groeien,
mijn verschillende lichaamsdelen
voelen zich van elkaar verlaten,
mijn oor staat zelfstandig te luisteren
een klein uitspansel, een vlerk
zonder kracht; mijn keel
brengt geen enkel geluid voort
maar mijn gewrichten fluisteren
alle voortdurend
alle iets anders,
het lijkt op het schuren
van kiezeltjes in een stroom water,
ik ga overal afzonderlijk dood,
overal in een ander uur.